Gedragscode Behandeling Letselschade

De GBL bevat tien gedragsregels voor verzekeraars, slachtoffers en belangenbehartigers.

Bij de tien gedragsregels staan good practices en verwijzingen naar rechterlijke uitspraken. De Letselschade Raad beheert en handhaaft de gedragscode.

De GBL gaat uit van het zogenaamde harmoniemodel. Strijd tussen partijen is belastend voor mensen met letselschade.

De GBL stelt consequent het belang van het slachtoffer voorop.

De gedragscode legt daarom de nadruk op mentaliteit, op gedeelde waarden en normen. Partijen werken samen aan een voor alle betrokkenen acceptabele schaderegeling. Waar mogelijk houden ze rekening met de belangen van de ander. Geschillen proberen ze in overleg op te lossen.

De gedragscode is bindend voor de leden van het Verbond van Verzekeraars en de organisaties in het Nationaal Keurmerk Letselschade van De Letselschade Raad.

De tien gedragsregels

Gedragsregel 1: Informeren over belangenbehartiging
De belangenbehartiger die wordt benaderd voor bijstand bij de afwikkeling van de letselschadeclaim, legt de benadeelde uit tegen welke voorwaarden hij zijn diensten kan aanbieden. Hij laat zich daarbij leiden door de belangen van de benadeelde.
De belangenbehartiger voorziet de benadeelde van de correspondentie tussen hem en de verzekeraar.

Gedragsregel 2: Ontvangst bevestigen
Uiterlijk twee weken na de ontvangst van de aansprakelijkstelling bevestigt de verzekeraar deze schriftelijk aan de benadeelde en diens belangenbehartiger.

Gedragsregel 3: Onderzoek starten
De verzekeraar handelt alert en zorgvuldig door het onderzoek naar de aansprakelijkheid van haar verzekerde direct na de aansprakelijkstelling te starten.

Gedragsregel 4: Standpunt innemen
Binnen drie maanden na ontvangst van de aansprakelijkstelling neemt de verzekeraar een onderbouwd standpunt over de aansprakelijkheid in.

Gedragsregel 5: Verdieping en contact
Partijen streven naar passende oplossingen in de persoonlijke omgeving en werkomgeving van de benadeelde door zich gedegen te verdiepen in diens persoonlijke situatie, ambities en mogelijkheden.
Verzoeken om aanvullende informatie zijn proportioneel. De verzekeraar houdt er rekening mee dat het de benadeelde moeite kan kosten de informatie te achterhalen.
De verzekeraar heeft ten minste één keer per jaar persoonlijk contact met de benadeelde om zich op de hoogte te stellen van diens letsel en situatie, ook als de benadeelde wordt bijgestaan. Dat is alleen anders, als de benadeelde aangeeft op dat contact geen prijs te stellen.

Gedragsregel 6: Schadeoverzicht opstellen
In overleg met de benadeelde draagt de belangenbehartiger zorg voor een onderbouwd overzicht van de schade. De verzekeraar geeft gemotiveerd aan welke schade zij erkent en wat naar haar mening nog nader onderzoek verdient. Zij laat, indien aan de orde, tevens haar standpunt weten over de vergoeding van kosten van buitengerechtelijke rechtsbijstand en eventueel deskundigenonderzoek.

Gedragsregel 7: Binnen 14 dagen uitkeren
De verzekeraar keert aan de benadeelde de schade uit die is verschenen en door haar is erkend, dan wel tussen partijen definitief is vastgesteld. Dit gebeurt binnen 14 dagen na de erkenning of de definitieve vaststelling.

Gedragsregel 8: Langer dan twee jaren: evalueren
Duurt de schadebehandeling langer dan twee jaren na de schademelding, dan gaan partijen – op initiatief van de verzekeraar – na wat daarvan de oorzaak is. Partijen spreken concreet af welke maatregelen nodig zijn om de schadebehandeling alsnog zo spoedig mogelijk af te ronden en wie zorg draagt voor de uitvoering daarvan.

Gedragsregel 9: Oplossing zoeken
Loopt de schaderegeling vast, dan brengen partijen precies in kaart wat hen verdeeld houdt en zoeken vervolgens samen zo spoedig mogelijk naar een oplossing.

Gedragsregel 10: Een derde inschakelen
Indien het partijen niet lukt om gezamenlijk een oplossing te bereiken, dan wenden zij zich tot een derde om alsnog een oplossing te bewerkstelligen. Deze beslissing nemen partijen bij voorkeur gezamenlijk.

Ontstaansgeschiedenis GBL

De eerste editie van de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL) verscheen in 2006. De code was het resultaat van drie jaar overleg tussen slachtoffer- en andere organisaties uit de letselschadebranche. Een projectteam van de Universiteit van Tilburg coördineerde de ontwikkeling van de code.

Tijdens elf expertmeetings voorzagen professionals uit de letselschadebranche, de wetenschap en de rechtspraak de concept teksten van commentaar. Ook dachten zij mee over oplossingen voor knelpunten. Door alle partijen intensief bij de ontwikkeling te betrekken werd een breed draagvlak voor de GBL verkregen.

Het project was mogelijk dankzij subsidies van NWO, Fonds Slachtofferhulp, het ministerie van Justitie en Stichting Achmea Slachtoffer en Samenleving.

Herziening GBL in 2012

Vanaf 2010 heeft een projectgroep de GBL uit 2006 geheel herzien.  Meer dan voorheen kwam de nadruk te liggen op mentaliteit, op gedeelde waarden en normen. Vervolgens zijn de normen vertaald in tien gedragsregels.

In de eerste helft van 2012 volgde een reeks consultatierondes over de concept teksten. In totaal gaven ruim honderd mensen input. Van belangenbehartigers tot letselschaderegelaars en van bestuurders tot wetenschappers en rechters.

Fred Teeven, de toenmalige staatsecretaris van Veiligheid en Justitie, nam op 8 november 2012 de herziene Gedragscode Behandeling Letselschade in ontvangst. In zijn dankwoord benadrukte hij het belang van de gedragscode.

“De oude GBL heeft goed gewerkt. Er is volgens mij een rechtstreeks verband tussen het hanteren van die code en het sterk verbeterde klimaat rond letselschadeafhandeling.  De GBL 2012 gaat op dezelfde voet verder: door consequent het belang van het slachtoffer voorop te stellen. Dat is het uitgangspunt: kijken naar de behoeften van het slachtoffer op basis van waarden als respect, privacy, waardigheid en wederkerigheid. Kortom, zich verplaatsen in de ander. Die waarden zijn vertaald naar concrete en hanteerbare normen. Door daar aan vast te houden bij de naleving van de gedragsregels, verloopt het proces vlotter, effectiever en professioneler.”